Hoe hebben de teamleden de Roparun ervaren? enkele teamleden blikken hier terug op hun ervaringen. Aan het woord Victor Geraedts, die voor het eerste mee ging.
ROPARUN 2018 – TEAM 33
Voor de start
Afgelopen pinksterweekend liep ik mijn eerste Roparun. Nadat Matthijs mij enkele weken vroeg of ik zin had om mee te doen, hoefde ik niet lang na te denken. De Roparun is natuurlijk een zeer prestigieus loopevenement en als fanatiek hardloper word ik daar al gauw enthousiast van. Natuurlijk wist ik dat het doel van de Roparun is om geld op te halen voor de zorg voor mensen met kanker. Uiteraard is dit een harstikke mooi doel en ik draag daar dan ook graag mijn steentje aan bij.
Met uitzondering van Matthijs kende ik niemand van ons team en ik heb tijdens de autorit naar Parijs dus ook diverse teamleden leren kennen. Het merendeel van ons team bestond niet uit lopers, maar uit sportievelingen die de lopers ondersteunden als fietsers / navigators, catering, chauffeurs en masseurs. Vanaf het begin was ik onder de indruk van het enthousiasme: ieder spande zich duidelijk in om met individuele inzet een geweldige teamprestatie neer te gaan zetten. De sfeer zat er goed in, wat de aankomst in Parijs toch een beetje teleurstellend maakte. Op het terrein van de Roparun (een voormalig vliegveld) stonden namelijk slechts enkele verdwaalde bussen en was verder nogal verlaten! Van mijn teamgenoten begreep ik dat dit zéér positief was: omdat wij een ‘snel team’ zijn mochten wij ook later starten om ons de gelegenheid te geven dezen later in te kunnen halen. Welk sportershart gaat daar niet sneller van kloppen?!
Als beginneling snapte ik nog altijd niet hoe de wedstrijd precies in elkaar zat. De meer ervaren teamleden verzekerden mij dat dit na de start direct duidelijk zou worden (was ook zo) en dat ik de aanwijzingen van alle niet-lopers maar gewoon moest volgen. Lopers hoeven tijdens de Roparun alleen maar te rennen, te eten en te slapen. Eigenlijk zijn hardlopers dus hele simpele mensen?
Etappe 1: de start in Parijs en nachtelijke run door Frankrijk
Hoe verlaten het Roparun-terrein ook was, de organisatie wist een goed feestje te bouwen van de start. Met flink getetter van de Snollebollekes werden wij met brandende fakkels om 22.48 uur uitgezwaaid door ons hossende team en mocht ik samen met Richard en Hanneke van start schieten. Net zoals alle andere etappes liepen we steeds 1000 meter, waarna we werden afgewisseld door een van de volgende lopers. Ondertussen stapten we ofwel op de fiets, of in het lopersbusje om naar het volgende wisselpunt te gaan. Parijs bleek echter niet de meest lopersvriendelijke stad te zijn, getuige de hoeveelheid op rood-staande stoplichten. Nadat er binnen één kilometer 4 stoplichten op rood stonden (waarop gewacht moest worden) begon mijn geduld stevig op te raken. Een oranje stoplicht werd het nieuwe signaal om tempo’s tot 23 km/uur te maken ter compensatie; leuk voor de meefietsende teamleden. Nadat we Parijs eenmaal uit waren moest Eric mij toch wat temperen door te benadrukken dat we niet pér se met 20 kilometer per uur naar Parijs hoefden. Buiten Parijs was het gelukkig rustiger en kon genoten worden van het uitzicht over de lichtstad. De Eifeltoren heb ik helaas niet gezien… Na zo’n 35 kilometer kwamen we aan in het basiskamp. Hier stond het volgende team al klaar om ons af te lossen en konden wij even eten, gemasseerd worden en uitrusten. We voelden ons allemaal nog fris en alert, de benen waren goed opgewarmd en de massage voelde nog aangenaam. Verderop in de wedstrijd zou dat nog anders worden…
Etappe 2: ochtendloop door mistig Frankrijk, heuveltjes en pittoreske uitgestorven dorpjes
Ik had nog nooit hardlopen in Frankrijk, dus ik kon volop genieten van wat het landschap te bieden had. Helaas bood het landschap vooral heuvels en mijn Hollandse kuiten waren dit duidelijk niet gewend. Het waren pittige klimmetjes waar wij over heen moesten, waar de fietsers nog meer last van hadden dan de lopers. Voor de lopers is het natuurlijk de sport om de fietsers op een heuveltje ‘er af te sprinten’, hoewel onze fietsers (meestal) dusdanig sterk waren dat dit (meestal) niet lukte…
Opvallend genoeg heb ik de gehele Roparun vrij weinig Fransen gezien, ondanks dat er van de Franse omgeving genoeg te genieten viel. De dorpjes die wij doorkruisten lagen er prachtig bij, maar er waren meer kippen op het erf dan Fransen op straat. Niet een keer werd ‘bonjour’ geroepen, hoewel ik daar vooraf toch écht op geoefend had… Misschien gingen we te snel voorbij?
Etappe 3: middagrun in de zon en de Tour de France.
Wat een heerlijk weer om te rennen! Midden op de dag in Frankrijk, stralende zon en een lang stuk run-bike-run om lekker uit te kunnen waaien. De run-bike-run is ingevoerd omdat niet alle dorpen het fijn vinden dat er kuddes Roparun-bussen door hun gemeente rijden. Er is dan ook geen ondersteuning vanuit de lopersbus, maar moeten de overige twee lopers onderweg naast de rennende loper fietsen. Een nadeel hiervan is dat je tijdelijk de lopersbus kwijt bent. Onze run-bike-run werd nog eens extra verlengd omdat wij onze bus kwijt raakten. Op zich was dat best een prestatie, want met het glooiende landschap had je van bovenop de heuvel best een goed overzicht over Frankrijk. De gehele etappe leek wel een film: velden lang met wuivende korenvelden, her en der een dorpje en enkele wielrenners die net als ons bezig waren met hun Tour-de-France. Onze chauffeurs waren echter dusdanig alert en ervaren dat wij ons hier weinig om hoefden te bekommeren en wij werden al gauw gevonden.
Tussen de etappes door is eten een verplichting. De catering, bestaande uit Bianca, Cathy en Ries, wist tussendoor altijd wel een kleine of grote maaltijd te vinden om iedereen van voldoende energie te voorzien. Als echte atleten werden wij natuurlijk uitgebreid voorzien van o.a. pasta, pannenkoeken en salade. Ook nu bleek maar weer eens dat je als loper echt niet hoeft na te denken tijdens de Roparun: je gaat liggen op de massagetafel en het eten wordt je aangereikt!
Etappe 4: vlak Vlaanderen en regen
’s Avonds lopen is doorgaans best leuk, maar Richard waarschuwde niet voor niets voor de beruchte ‘vierde etappe’. De vermoeidheid begon nu toch wat meer aan te slaan, hoewel we inmiddels op het randje van Vlaanderen waren aangekomen en daarmee dus ook meer ‘vlak’ konden lopen. Het overzicht was hiermee ook beter en we kregen de eerste teams langzaamaan in beeld. Het uitzicht werd echter steeds onheilspellender, door naderende onweerswolken die zich boven onze route aftekenden. Word je nou natter van het zweet of van de regen?
De gehele etappe werd uitgekeken naar de zogenaamde Melkfabriek, waar door iedereen reikhalzend naar uit werd gekeken: hier waren namelijk normale wc’s en wasbakken. Na 40 kilometer rennen zonder de mogelijkheid om je te douchen voel je je behoorlijk goor, dus die Melkfabriek was zéér welkom…
Etappe 5: nachtelijk rechtdoor en Belgische carnavalsdorpen
Immer geradeaus: de vijfde etappe was namelijk alsmaar rechtdoor. ’s Nachts waren wij voor de verplicht om hesjes met rode lampjes te dragen, welke behoorlijk rottig zitten maar voor de nodige veiligheid zorgden. Het leuk was dat álle teams deze lampjes dragen en met een lange rechte weg konden wij in de verte steeds meer andere teams zien. De rode lampjes kwamen steeds dichterbij!
Gedurende deze etappe kwamen we aan in het Belgische dorp Zeele, ongeveer om 3.30 uur ’s nachts. Van te voren was mij verteld dat sommige dorpen de Roparun erg leuk vinden en de lopers onderweg aanmoedigen. Deze omschrijving deed geen recht aan Zeele. Op het marktplein was er niet alleen een schetterende DJ, een levensgrootte piratenboot en honderden (dronken) Belgen waar we onder luid gejuich dwars doorheen moesten rennen. Een soort obstakelrun, maar dan leuker en luider.
De opgetogen adrenaline-kick werd in elk geval voor mij daarna flink getemperd. Na het feest kwamen we langs een lange weg waarbij alle huizen op de stoep een brand kaarsje hadden staan om allen met kanker te gedenken. Het feest is hier niet meer hoorbaar en je loopt gedrieën stil langs een lang lint met vlammetjes die aangestoken zijn voor deze zieke of overleden mensen. De Roparun is natuurlijk een geweldig feestelijk evenement, maar het maakte op mij veel indruk om onderweg op deze manier stil te staan bij het ‘hogere doel’ van deze wedstrijd.
Etappe 6: brakke aankomst in Nederland, Ossendrecht en bolussen
Deze etappe liep door Ossendrecht, wat voor de gelegenheid een Aziatisch thema had gekregen. De sporen van het nachtelijke feestje waren nog goed te zien: met enkele Brabanders die met glazige ogen (6 uur ’s ochtends) ons aanmoedigden en bitterballen aanboden. Wat moet dit ’s nachts een feest zijn geweest!
Volledig tegen de verwachting in werd ik opeens ingehaald door een veel te wakkere man die mij lichtvoetig voorbij rende. Nadat ik doorhad dat ik niet hallucineerde van het slaapgebrek zette ik de achtervolging in en ontaarde de etappe al gauw in stuivertje-wisselen, waarin onze beide teams elkaar steeds wisten in te halen. Mijn teamgenoten Richard en Edwin waren al net zo gebrand om onze voorsprong te behouden en uiteindelijk wisten wij na veel zwoegen een gaatje te slaan met dit voor mij onbekende team. Even later zag ik hun lopersbus voorbij komen: Korps Mariniers…… Aan de Roparun doen enkele topteams mee, waaronder lopers van het Korps Mariniers en de KMA. In dit stadium van de wedstrijd geeft het enorme voldoening om hun atleten te kunnen verslaan (ook al hadden ze al uren op ons ingelopen) en dit geeft ons een laatste extra zetje richting Bergen op Zoom. Hier stond de beste verrassing van het weekend ons te wachten: de ouders van Hanneke die ons opwachten met verse koffie en Zeeuwse bolussen!
Slotetappe: sprinten!
Tijdens de slotetappe renden we niet meer in teams van drie lopers, maar wisselden we elkaar allemaal af terwijl de rest er naast fietst. Je hebt meer tijd om te herstellen en kan dus gedurende het loopgedeelte een nog hogere snelheid halen dan eerst. De teams zaten nu vlak op elkaar en langs de hele route stonden toeschouwers om ons aan te moedigen voor extra motivatie. Vlak voor ons zat het team van de Leidse studenten hardloopvereniging, waar ik enkelen van kenden. Hun rode shirts waren net zo goed als de nachtelijke rode lampjes en er werden tempo’s boven de 20 kilometer per uur gelopen om hun te achterhalen, met een kleine crisis in de Heinenoordtunnel tot gevolg toen Matthijs bijna alle fietsers er uit sprintte op het steile stuk omhoog.
Ook bij de aankomst in Rotterdam was er een zeer indrukwekkend moment. Ondanks de drang naar voren om een zo snel mogelijke tijd neer te zetten, werd tegen het eind van de etappe halt gehouden gewandeld, ter hoogte van het Daniël den Hoed familiehuis. Hier waren de toeschouwers waarvoor de wedstrijd werd opgericht: patiënten met kanker die ons tijdens de laatste loodjes wilden bedanken voor de gehele prestatie. Het past hier niet om hard voorbij te lopen en uit respect voor hun werd even stilgehouden om hier als team gezamenlijk voorbij te wandelen. Net als de kaarsjes in Zeele is het dan even niet meer een wedstrijd, maar zijn andere zaken vele malen belangrijker dan de tijdwaarneming.
Gedurende de allerlaatste kilometers kwam de Willemsbrug steeds beter in beeld en mocht Guus onze afsluitende loper zijn. Helaas werden de fietsers omgeleid en hebben we zijn finish niet kunnen zien…
De teamfinish vond plaats op de Binnenrotte, waar met alle andere teams, organisatie, toeschouwers en burgemeester Aboutaleb een feest werd gebouwd om alle teams afzonderlijk te onthalen. Hobbelend van de spierpijn (na de laatste etappe immers geen massage meer) konden ook wij de bloemen in ontvangst nemen en ons richting Berkel begeven voor een biertje en een barbecue. De Roparun zat er weer op, nooit eerder had ik in anderhalve dag 70 kilometer gelopen. Moe en voldaan kon iedereen terugkijken op een geslaagd weekend waarin elk teamlid een schakel was van een zeer soepel lopende machine.
Ik heb niet iedereen bij naam kunnen noemen in dit verslag. Desalniettemin wil ik alle teamleden, iedereen die heeft gedoneerd of anderszijds heeft bijgedragen aan Team 33 bedanken voor de support en inzet gedurende de wedstrijd!
The day after
Enorme spierpijn en een gebroken nachtrust. Elke twee uur ben ik wakker geworden omdat ik in mijn slaap Ed hoorde roepen dat ik weer moest gaan lopen. Hoe lang duurt afkicken van de Roparun?!
Een gedachte over “ROPARUN 2018: Victor’s verhaal”
Wat een mooi verslag Victor. Jammer dat wij nooit tegelijk liepen maar ik vond het een voorrecht om jou met je enthousiasme in ons team te hebben!